‘Niet alle kinderen krijgen de kansen die ik heb gehad’

Interview: Cheyenne Toetenel

De 49-jarige Peter-Jan Weijermans groeide op in Zuid-Limburg en verhuisde in de jaren ‘90 naar Delft om Mijnbouwkunde en Petroleumwinning te studeren aan de TU Delft. Na zijn afstuderen ging hij werken als Petroleum Ingenieur in de olie- en gasindustrie, de eerste jaren in het buitenland en later in Nederland waarbij nog wel veel gereisd moest worden. Toen Peter-Jan zelf een jong gezin kreeg, besloot hij over te stappen naar een baan binnen dezelfde industrie die regelmatiger was. Dat was ook het moment waarop hij als vrijwilliger aantrad bij School’s Cool Delft.

Kansen
“In 2010 overwoog ik om vrijwilligerswerk te gaan doen, het liefst iets in het onderwijs met kansarme kinderen”, vertelt Peter-Jan. “In de krant las ik dat op dat moment twee dames bezig waren om School’s Cool Delft op te richten, een mooi initiatief waar ik meer over wilde weten. Uiteindelijk ben ik bij de eerste lichting mentoren begonnen. Dat jaar met 15 mentoraten, maar inmiddels zijn we gegroeid tot over de 60.” Dat Peter-Jan juist minder kansrijke kinderen wilde ondersteunen, heeft een duidelijke reden. “Ik realiseerde mij dat niet alle kinderen zo veel kansen en mogelijkheden krijgen om zich te ontwikkelen, zoals ikzelf heb gehad en mijn drie kinderen nu krijgen. Sommige kinderen hebben van jongs af aan een achterstand, waarvan de oorzaken vrij complex kunnen zijn. De scholen werken hard om de achterstanden van deze leerlingen in te lopen. Wij van School’s Cool proberen dat aan te vullen met extra begeleiding.”

School’s Cool Delft
School’s Cool Delft is een mentororganisatie die leerlingen van 11 tot 18 jaar ondersteunt bij hun schoolcarrière. Het doel is het voorkomen van schooluitval en vergroten van kansen. “Mentoren hoeven geen achtergrond in het onderwijs te hebben. Zij krijgen trainingen en voorlichtingen over hoe ze de leerlingen zo goed mogelijk kunnen helpen.” Er zijn drie verschillende programma’s die anderhalf jaar lopen: voor groep 8, voor de brugklas en voor het voortgezet onderwijs. “De leerling krijgt ondersteuning van een mentor die wekelijks thuis bij het gezin op bezoek komt en de leerling helpt met het ontwikkelen van studievaardigheden en de algemene ontwikkeling. Ook kan de mentor helpen om de ouders meer te betrekken bij de schoolprestaties van hun kind door bijvoorbeeld mee te gaan naar ouderavonden. Daarnaast kan een mentor kinderen stimuleren om op een sport of muziekles te gaan en worden één of twee keer per jaar uitstapjes gemaakt met educatieve doeleinden.” In coronatijd verloopt de begeleiding anders. “Bij de kinderen thuis langsgaan is momenteel geen optie, maar we hopen dit snel weer te kunnen oppakken. Ondertussen proberen we digitaal zo goed mogelijk te helpen. Juist in deze tijd hebben kinderen hulp nodig, omdat ze veel fysieke lessen moeten missen en de leerachterstanden vooral bij kansarme kinderen oplopen.”

Enthousiasme
Inmiddels heeft Peter-Jan al flink wat leerlingen begeleid en hij is met zijn zevende mentoraat bezig. Zijn enthousiasme over het vrijwilligerswerk is er niet minder om geworden. “Ik vind het heel mooi om mijn kennis en enthousiasme voor leren over te brengen op het kind en te kunnen schetsen wat je kan bereiken als je een opleiding goed afrondt. Daarnaast is de gastvrijheid van de gezinnen heel bijzonder. Als mentor hoor je echt bij het gezin en word je wekelijks hartelijk verwelkomd.” De uitstapjes met kinderen behoren ook tot de hoogtepunten. “Ik heb eens met een leerling in de Tweede Kamer op de tribune gezeten, wat bij hem leidde tot enthousiasme. Ook het kijkje achter de schermen bij het Nederlands Danstheater was interessant. Maar in de basis blijft het natuurlijk zo dat je het leuk moet vinden om kinderen te helpen met hun schoolwerk en te kijken of je ze over een bepaald punt heen kunt tillen. Je bent mentor, je geeft advies, ondersteunt en stimuleert. Je staat altijd aan de kant van het kind, wat een andere dynamiek met zich meebrengt dan de relatie tussen docent en kind. Hoe mooi is het om te zien dat een kind met een 8 voor een bepaald vak thuiskomt, waarvan hij of zij eerst zei dat ze het niet kon. Dat is iets waar ik als mentor graag aan bijdraag, samen met de docenten op school.”

Het interview van Cheyenne Toetenel verscheen eerder in Delft op Zondag in de rubriek Doorkijkers, een idee van platform Delftse Bruggen.

Foto: Koos Bommele

Share on facebook
Share on twitter
Share on linkedin
Scroll to Top